Introductie

Dr Leonhardt van Efferink is hoofdredacteur van ExploringGeopolitics. Hij richtte de website in 2009 op.

In 2019 rondde Leonhardt zijn proefschrift over geopolitieke framing in Duitsland af. Hij deed het onderzoek aan Royal Holloway (University of London).

Leonhardt behaalde eerder Master-diploma’s in Economie (Erasmus Universiteit Rotterdam) en Geopolitiek (King’s College London).

Tegenwoordig werkt hij met veel plezier als docent aan Maastricht Universiteit. Hij doceert daar vakken over Internationale Economie, Opkomende Markten en Landenrisico.

Ook is Leonhardt zelfstandig Trainer-Spreker-Analist bij Van Efferink Geopolitiek & Landenrisico. In deze rol helpt hij bedrijven, overheidsinstanties en internationale organisaties met het beoordelen van landen.

Artikel

Wat is geopolitiek? Het begrip is populair in de media. Het valt regelmatig in artikelen en gesprekken. Helaas blijft een definitie vaak achterwege. Een geopolitieke encyclopedie (Cordellier, 2005) stelt terecht dat:

(1) “de frequentie waarmee geopolitiek wordt gebruikt in het publieke debat in geen verhouding staat tot de frequentie waarmee het begrip precies wordt gedefinieerd”.

Eén internationaal geaccepteerde definitie bestaat niet. Daarom wil ik u in dit artikel tien definities voorleggen, met een korte toelichting op onderlinge overeenkomsten en verschillen.

Een belangrijke conclusie is dat de definitie van geopolitiek tijd- en plaatsgebonden is. Verder leren de tien definities dat macht (invloed, politiek) en ruimte (grondgebied, territorialiteit) een cruciale rol spelen in de geopolitiek.

Rudolph Kjellen (1899)

Geopolitieke inzichten waren volgens Cohen (2003) al aanwezig bij denkers als Aristoteles, Montesquieu, Kant, Hegel en Humboldt. Toch ontstond het concept geopolitiek pas aan het einde van de negentiende eeuw. Klaus Dodds en David Atkinson geven in de introductie van een geopolitieke reader (2000) hiervoor de volgende verklaring:

(2) “Geopolitiek denken ontstond […] toen geografen en andere denkers probeerden de veranderingen en de afgebakende stukken land van de “fin de siècle wereld” te onderzoeken, verklaren en begrijpen.”

De Zweed Rudolph Kjellen (1864-1922) was volgens velen de eerste die het begrip “geopolitiek” gebruikte. In 1899 omschreef hij dit volgens Cohen (2003) als:

(3) “de theorie van de staat als een geografisch organisme of fenomeen in een ruimte.”

Deze definitie herbergt twee elementen die cruciaal zijn binnen het concept geopolitiek: macht (invloed, politiek) en ruimte (grondgebied, territorialiteit). Opvallend aan deze definitie is de centrale rol van de staat, als enige entiteit met macht.

Karl Haushofer (1920s)

Karl Haushofer (1869-1946), wiens ideëen het Nazi-regime inspireerden, voegde naast de staat ook politieke processen toe aan zijn definitie (Cohen, 2003):

(4) “Geopolitiek is de nieuwe nationale wetenschap van de staat, […] een doctrine over het ruimtelijke determinisme van alle politieke processen, gebaseerd op de brede fundamenten van geografie.”

Volgens Cohen zijn andere grondleggers van de moderne geopolitiek onder meer Ratzel (Duitser), Mackinder (Brit), Bowman en Mahan (beiden Amerikaan).

Naar bovenkant van pagina

Peter Taylor (1993)

Taylor (1993) stelt dat de heropleving van geopolitiek op drie manieren vorm heeft gekregen

“(5) […] geopolitiek is een populaire term geworden om mondiale rivaliteit in de wereldpolitiek te beschrijven.”
“[…] de tweede vorm [van geopolitiek] is een academische, een nieuwe en meer kritische geopolitiek. Kritische historiografische studies van geopolitieke teksten uit het verleden zijn een essentieel onderdeel van deze ‘geografen geopolitiek’.”
“[…] de derde vorm […] wordt geassocieerd met de neo-conservatieve, pro-militaire lobby die geopolitieke argumenten hebben toegevoegd aan hun ‘Koude Oorlog’ retoriek. Zulke studies spreken van ‘geopolitieke noodzakelijkheden’ en beschouwen geografie als ‘de permanente factor’ waar omheen al het strategische denken moet draaien.”

Taylor merkt ook op dat geopolitieke analyses altijd een nationale inslag hebben:

(6) “Bij het lezen van geopolitieke teksten is het altijd erg makkelijk geweest om de nationale achtergrond van de auteur te achterhalen.”

Taylor legt tevens een verband tussen geopolitiek en het vakgebied internationale betrekkingen:

(7) “Geopolitiek maakt algemeen gezien deel uit van de realistische traditie binnen internationale betrekkingen.”

Aymeric Chauprade (1999)

Chauprade heeft een zeer gestructureerde methode ontwikkeld voor geopolitieke analyses. “Introduction à l’analyse géopolitique” (1999) beschrijft zijn aanpak op uiterst toegankelijke wijze. Chauprade hanteert als definitie:

(8) De geopolitieke wetenschap doet onderzoek naar het begrip van geopolitieke werkelijkheden en hun ontwikkeling, door de studie van geopolitieke profielen, beelden en systemen.”

Ik vind dit een onduidelijke definitie omdat Chauprade de geopolitieke wetenschap formuleert zonder toe te lichten wat geopolitiek inhoudt. De volgende definities geven een duidelijker beeld van de visie van Chauprade:

(9) “De geopolitiek onderzoekt als wetenschap niet alleen de relatie tussen identiteit en werkelijkheid op een bepaald moment, maar ook door de tijd heen: er bestaat deels in de geschiedenis van de menselijke gemeenschappen veranderlijke processen zoals een permanente zoektocht naar de ideale organisatievorm (staat), het ontstaan van nieuwe staten en de mondialisering. Aan de andere kant bestaan er staten met historische wortels die een bepaalde stabiliteit kennen op het gebied van hun buitenlandse politiek en gedrag op het internationale toneel.”

Chauprade hecht een grote waarde aan de rol van de staat. Toch wijkt hij af van de definitie van de klassieke geopolitici:

(10) “ervan uitgaan dat staten zowel de centrale handelende actoren als de inzet van geopolitieke ambities zijn, betekent niet dat staten de enige mondiale actoren zijn. In tegenstelling tot het vakgebied Internationale Betrekkingen erkent het vakgebied Geopolitiek ook andere actoren en andere geopolitieke werkelijkheden.”

Hier maakt Chauprade een scherp onderscheid tussen Geopolitiek en het vakgebied Internationale Betrekkingen.

Naar bovenkant van pagina

Saul Bernard Cohen (2003)

Cohen hanteert in zijn boek uit 2003 de volgende definitie:

(11) “Geopolitiek is de analyse van de interactie tussen aan de ene kant geografische omstandigheden en perspectieven en aan de andere kant politieke processes […]. Zowel geografische omstandigheden als politieke processen zijn dynamisch, en beide factoren beïnvloeden elkaar wederzijds. Geopolitiek gaat over de gevolgen van deze interactie.”

Interessant aan deze definitie is de dynamiek tussen en wederzijdse beïnvloeding van macht (politieke processen) en ruimte (geografische eigenschappen).

Serge Cordellier (2005)

Ook de definitie van geopolitiek in de “dictionnaire historique et géopolitique du 20e siècle” (Cordellier, 2005) legt de nadruk op macht (politiek) en ruimte:

(12) “De geopolitieke benadering heeft als doel het toelichten van de interacties tussen de ruimtelijke condities en de uitkomst van politieke processen.”

Volgens dit naslagwerk dient de geopolitieke analyse een essentiële, pedagogische rol te hebben, waarbij objectief onderzoek van de wereld centraal staat:

(13) “Het is vooral in het uitleggen van de complexiteit en diversiteit van de fysieke wereld waaraan de geopolitieke benadering zijn ontstaansrecht aan ontleent […]. Geopolitiek onderzoek dient inzichtelijk te maken welke objectieve elementen van het democratische debat over de grote mondiale uitdagingen invloed hebben op de nationale maatschappijen en de manier waarop nationale grondgebieden worden bestuurd.”

Naar bovenkant van pagina

Yves Lacoste (2006)

Yves Lacoste droeg vanaf de jaren ’70 bij aan een opleving van de populariteit van geopolitiek in Frankrijk. In zijn laatste boek (2006) omschrijft hij geopolitiek als volgt:

(14) “De term geopolitiek, dat tegenwoordig op meerdere manieren wordt gebruikt, verwijst in feite naar alles wat betrekking heeft op ruimtelijke rivaliteit over de macht of invloed over grondgebied en de mensen die er wonen: rivaliteit tussen diverse politieke actoren – en niet alleen tussen staten, maar ook tussen politieke bewegingen of gewapende groepen die al dan niet op legale wijze opereren – over de controle over of overheersing van zowel grote als kleine gebieden.”

Deze definitie hecht een groot belang aan het karakter van macht (staten versus organisaties) en ruimte (grote versus kleine gebieden).

Colin Flint (2006)

In zijn geopolitieke inleiding uit 2006 gaat Colin Flint uitvoerig in op de historische ontwikkeling van het concept geopolitiek. Macht neemt hierin volgens hem een centrale rol in, waarbij de definitie van dit concept al decennia aan discussie onderhevig is:

(15) “Geopolitiek, de strijd over de controle van ruimtes en plaatsen, concentreert zich op macht. […] In de negentiende en vroege twintigste eeuw werd macht eenvoudig beschouwd als de relatieve macht tussen landen in grensoverschrijdende thema’s. In de late twintigste eeuw […] concentreerden definities van macht zich vaak op de capaciteit van landen om oorlog te voeren met andere landen. Het meest recente debat over macht is echter meer genuanceerd.”

Verder vindt Flint dat één definitie van geopolitiek niet voldoet bij een degelijke analyse van de hedendaagse wereldpolitiek:

(16) “Dus hoe zouden we geopolitiek moeten definiëren, in de wereld van vandaag en met de bedoeling er een kritische blik op te werpen? Wanneer we de wereldpolitiek willen begrijpen, onderzoeken en doorgronden, moeten we met meer dan één definitie van geopolitiek gaan werken.”

Flint noemt onder meer dat

(17) “…geopolitiek een manier is om naar de wereld te kijken.”

In het verleden beweerden sommige geopolitieke analisten de hele wereld te kunnen doorgronden. Vanuit onder meer feministische hoek kwam kritiek op de onvolledige, gekleurde wereldbeelden van mannelijke, blanke en rijke theoretici.

Ook gaat Flint in op een nieuwe stroming binnen de geopolitiek, de Kritische Geopolitiek. Deze stroming richt zich op de onderliggende veronderstellingen van geopolitieke analyses ofwel

(18) “…het identificeren van de machtsverhoudingen die geopolitieke boodschappen [expliciet of impliciet] uitdragen…”

Naar bovenkant van pagina

Gearóid Ó Tuathail (2006)

Ó Tuathail is een sleutelfiguur binnen de Kritische Geopolitiek. In de inleiding van een geopolitieke reader (redactie: Ó Tuathail e.a., 2006) noemt hij de volgende definitie:

(19) “…geopolitiek is discours over de wereldpolitiek, met een speciale nadruk op de concurrentie tussen staten en de geografische aspecten van macht.”

Ó Tuathail benadrukt het belang van het begrip discours:

(20) “…om geopolitiek te kunnen onderzoeken moeten we discours onder de loep nemen, dat kan worden beschouwd als de manieren waarop het leven in verschillende culturen wordt weergegeven en de wereld verschillende betekenissen krijgt. […] De meeste culturen doen dit door middel van verhalen (narratieven) en afbeeldingen. […] Daar geopolitiek een discours is dat ten grondslag ligt aan de constructie van diverse werelden en gerelateerde ambities, dienen [onderzoekers] aandacht te besteden aan de manieren waarop de mondiale ruimte wordt weergegeven met etiketten, metaforen en afbeeldingen in de processen waarmee zulke verhalen en wereldbeelden worden ge(re)produceerd.”

Volgens Ó Tuathail is de geopolitieke discours aantrekkelijk voor journalisten, politici en strategen omdat:

(21) “Ten eerste houdt geopolitieke discours zich bezig met overtuigende vragen over macht en onveiligheid in een mondiale context. […] Het kritische aspect dat aan elke geopolitiek onderzoek ten grondslag zou moeten liggen, is dat alle geopolitieke bespiegelingen ook deel uitmaken van de wereldpolitiek; het gaat hierbij nooit om neutraal commentaar hierop.”
“Ten tweede zijn geopolitieke bespiegelingen populair omdat deze veel uitleggen in eenvoudige termen. […] Deze bieden een raamwerk waarin gebeurtenissen op lokaal niveau worden verbonden aan een groter mondiaal plaatje. […] Vele geopolitieke narratieven kennen een structuur waarin essentiële tegenstellingen in de vorm van een ‘ons’ en een ‘hun’ voorkomen. Hele regio’s worden ingedeeld in zones die tegenovergestelde kenmerken hebben in een proces dat we ‘het plakken van etiketten op de aarde’ kunnen noemen.”
“Tenslotte zijn geopolitieke bespiegelingen populair omdat deze beloven inzicht te verschaffen in de toekomstige richting van de wereldpolitiek. […] Zij oefenen een magische aantrekkingskracht uit op veel mensen omdat zij suggereren een profetisch karakter te hebben. […] Daar de mensen met de sterkste interesse in de wereldpolitiek wonen in een mondialiserende wereld met een overdaad aan informatie, bestaat er een grote behoefte aan vereenvoudigde toelichtingen die worden aangeprezen als ‘strategic insight’.”

De opvattingen van Kritische Geopolitiek zijn zeer prikkelend en vormen een boeiende bijdrage aan het geopolitieke debat. Deze stroming stelt dat een neutrale, objectieve geopolitieke analyse bijzonder moeilijk te realiseren is omdat ieder individu deel uitmaakt van een bepaalde geopolitieke “waarheid”.

David Criekemans (2007)

In 2007 kwam “Geopolitiek – ‘Geografisch geweten van de buitenlandse politiek?” uit, van de hand van de Vlaamse geopolitieke wetenschapper David Criekemans. Dit is het eerste Nederlandstalige boek over geopolitiek sinds de Tweede Wereldoorlog. Na een “kritische genealogische studie” kwam Criekemans tot de volgende definitie:

(22) “[Geopolitiek is] het wetenschappelijk studieveld behorende tot zowel de Politieke Geografie als de Internationale Betrekkingen, die de wisselwerking wil onderzoeken tussen de politiek handelende mens en zijn omgevende territorialiteit (…). Voor wat betreft de studie van de ‘praktische geopolitiek’ betreft (…), betekent dit dat men aandacht heeft voor de vraag in welke mate de eerder genoemde wisselwerking een invloed genereert op het (buitenlandse) beleid of op de relevante ‘machtspositie’ van de politieke entiteit welke mens wenst te analyseren.”

Interessant is dat volgens deze definitie geopolitiek deel uitmaakt van twee andere vakgebieden (waar Taylor alleen Internationale Betrekkingen noemt). Verder legt Criekemans -net als Cohen- de nadruk op wisselwerking (dynamiek).

Met de definitie van Criekemans zijn we aan het einde gekomen van dit artikel over de definitie van geopolitiek. Wie op zoek is naar meer definities, kan zijn hart ophalen aan de eerste bijlage van het boek van Criekemans. Hierin passeren tientallen definities de revue!

Naar bovenkant van pagina

Conclusies

Een blik op de geopolitieke literatuur levert de volgende inzichten op:

  • Vanaf het ontstaan van het concept geopolitiek -aan het einde van de negentiende eeuw- hebben macht (invloed, politiek) en ruimte (grondgebied, territorialiteit) een cruciale rol gespeeld in de definities van geopolitiek.
  • Aanvankelijk zagen geopolitieke theoretici alleen landen als entiteiten met macht. In hedendaagse definities van geopolitiek spelen ook andere entiteiten zoals mensen (individuen en groepen; “geopolitieke agenten” volgens Flint) een belangrijke rol.
  • Hoewel sommige geopolitieke theoretici analytische objectiviteit pretenderen of wenselijk achten, stellen andere dat dit zeer moeilijk te realiseren is.
  • Er bestaat geen overeenstemming over de vraag of Geopolitiek deel uitmaakt van het vakgebied Internationale Betrekkingen.
  • De definitie van geopolitiek is tijd- en plaatsgebonden. Of zoals Moreau Defarges (2005) het zo mooi verwoordt:

(23) “Elk tijdperk en elke beschaving heeft zijn eigen geografie, visie en beeldvorming over ruimte.”

Literatuur

  • Chauprade, Aymeric, “Introduction à l’analyse géopolitique”, Ellipses, 1999.
  • Cohen, Saul Bernard, “Geopolitics of the World System”, Rowman and Littlefield, 2003.
  • Cordellier, Serge (direction), “Le dictionnaire historique et géopolitique du 20e siècle”, La Découverte, 2005.
  • Criekemans, David, “Geopolitiek – ‘Geografisch geweten van de buitenlandse politiek?”, Garant, 2007.
  • Dodds, Klaus en David Atkinson, “Geopolitical Traditions”, Routledge, 2000.
  • Flint, Colin, “Introduction to Geopolitics”, Routledge, 2006.
  • Lacoste, Yves, “Geopolitique, La longue Histoire”, Larousse, 2006.
  • Mamadouh, Virginie, “Geopolitics in the nineties: one flag, many meanings”, GeoJournal 46, 1998, 237-253
  • Moreau Defarges, Philippe , “Introduction à la Géopolitique”, Seuil, 2005.
  • Ó Tuathail, Gearóid, Simon Dalby and Paul Routledge (editors), “The Geopolitics Reader”, Routledge, 2006.
  • Taylor, Peter J., “Political Geography”, Longman, Third Edition, 1993.

Oorspronkelijke citaten

(1) “La fréquence de [l’usage public du terme géopolitique] est souvent proportionelle à l’absence de précision de sa définition”.

(2) “Geopolitical thought emerged at the close of the nineteenth century as geographers and other thinkers sought to analyse, explain and understand the transformations and finite spaces of the fin de siècle world.”

(3) “the theory of the state as a geographical organism or phenomenon in space”

(4) “Geopolitics is the new national science of the state, … a doctrine on the spatial determinism of all political processes, based on the broad foundations of geography, especially of political geography.”

“(5) …geopolitics has become a popular term for describing global rivalries in world politics.”
“…the second form…is an academic one, a new more critical geopolitics. Critical historiographical studies of past geopolitics have been a necessary component of this ‘geographer’s geopolitics’.”
“…the third form…is associated with the neo-conservative, pro-military lobby which have added geopolitical arguments to their ‘Cold War rhetoric’. Such studies talk of ‘geopolitical imperatives’ and treat geography as ‘the permanent factor’ that all strategic thinking must revolve around.”

(6) “In the case of geopolitics, it has always been very easy to identify the nationality of an author from the content of his or her writings.”

(7) “Geopolitics has generally been part of the realist tradition of international relations.”

(8) La science géopolitique est la recherche de la compréhension des réalités géopolitiques et de leur devenir, à travers l’étude des profiles, figures et dispositifs géopolitiques”

(9) “La géopolitique n’est pas seulement une science de la réalité identitaire, elle est aussi une science marquée par la continuité du temps: il y a d’une part, dans l’histoire des sociétés humaines, une permances de la recherche de l’États, comme un atteste, en plein contexte de mondialisation, le phenomène de prolifération des États. [I]l y a d’autre part, pour nombre d’États constitués et historiquement anciens, une continuité, une permanence de la politique étrangère et du comportement étatique sur la scène internationale.”

(10) “…dire que ces États sont les centres et les enjeux des ambitions géopolitiques, ne signifie pas que les États sont les seuls acteurs mondiaux; à la différence des relations internationales, (…) la science géopolitique admet d’autres acteurs et d’autres réalités géopolitiques.”

(11) “Geopolitics is the analysis of the interaction between, on the one hand, geographical settings and perspectives and, on the other hand, political processes. (…) Both geographical settings and political processes are dynamic, and each influences and is influenced by the other. Geopolitics addresses the consequences of this interaction.”

(12) “La démarche géopolitique vise essentiellement à élucider les interactions entre les configurations spatiales et ce qui relève du politique.”

(13) “C’est pourtant dans l’explication de la complexité, de la diversité du monde réel que la démarche d’analyse géopolitique trouve sa raison d’être. (…) [L’analyse géopolitique] doit être de présenter les élements objectifs du débat démocratique sur les grands enjeux planétaires qui ont des impacts sur les sociétés nationales et les modes de gestion de leurs territoires.”

(14) “Le terme de géopolitique, dont on fait de nos jours de multiples usages, désigne en fait tout ce qui concerne les rivalités de pouvoirs ou d’influence sur des territoires et les populations qui y vivent: rivalités entre des pouvoirs politiques de toutes sortes – et pas seulement entre des États, mais aussi entre des mouvements politiques ou des groupes armés plus ou moins clandestins – rivalités pour le contrôle ou la domination de territoires de grande ou petite taille.”

(15) “Geopolitics, the struggle over the control of spaces and places, focuses upon power. (…) In nineteenth and early twentieth century geopolitical practises, power was seen simply as the relative power of countries in foreign affairs. In the late twentieth century, (…) [d]efinitions of power were dominated by a focus on a country’s ability to wage war with other countries. However, recent discussions of power have become more sophisticated.”

(16) “So how should we define geopolitics, in the contemporary world and with the intent of offering a critical analysis? Our goals of understanding, analyzing, and being able to critique world politics require us to work with more than one definition.”

(17) “…geopolitics is a way of ‘seeing’ the world.”

(18) “…the practise of identifying the power relationships within geopolitical statements…”

(19) “…geopolitics is discourse about world politics, with a particular emphasis on state competition and the geographical dimensions of power.”

(20) “…to study geopolitics we must study discourse, which can be defined as the representational practises by which cultures creatively constitute meaningful worlds. (…) Most cultures do this by means of stories (narratives) and images. (…) Since geopolitics is a discourse with distinctive ‘world’ constitutive ambitions (…) we must be attentive to the ways in which global space is labelled, metaphors are deployed, and visual images are used in this process of making stories and constructing images of world politics.”

(21) “First, geopolitical discourse deals with compelling questions of power and danger in world affairs. (…) The critical point to grasp at the outset is that geopolitics is already involved in world politics; it is not separate neutral commentary on it.”
“Second, geopolitics is attractive because it purports to explain a great deal in simple terms. (…) It provides a framework within which local events in one place can be related to a larger global picture. (…) Many geopolitical narratives are enframed by essentialized oppositions between ‘us’ and ‘them’. (…) Whole regions of the world are divided into oppositional zones, a frameworking we can call ‘earth labelling’.”
“Finally, geopolitics is popular because it promises insight into the future direction of world affairs. (…) Geopolitics has a certain magical appeal because it aspires to be prophetic discourse. (…) Because those most interested in international affairs live in a globalizing world characterized by information saturation, the desire for simplified nostrums packaged as ‘strategic insight’ is strong.”

(22) “[Geopolitiek is] het wetenschappelijk studieveld behorende tot zowel de Politieke Geografie als de Internationale Betrekkingen, die de wisselwerking wil onderzoeken tussen de politiek handelende mens en zijn omgevende territorialiteit (…). Voor wat betreft de studie van de ‘praktische geopolitiek’ betreft (…), betekent dit dat men aandacht heeft voor de vraag in welke mate de eerder genoemde wisselwerking een invloed genereert op het (buitenlandse) beleid of op de relevante ‘machtspositie’ van de politieke entiteit welke mens wenst te analyseren.”

(23) “À chaque époque, à chaque civilisation, sa géographie, sa vision et sa représentation de l’espace”

Leonhardt van Efferink: De definitie van geopolitiek – De klassieke, Franse en kritische benaderingen